“We wonen in een beschaafd land” is een uitspraak die vele Nederlanders zullen onderschrijven. Een opvatting waarbij men er vaak blindelings van uitgaat dat er weinig onrechtvaardigheid in onze wetgeving voorkomt.
Ja, in ons land hebben we vastgelegd dat zaken als discriminatie, geweld en misbruik niet getolereerd worden. Er kleeft echter wel een maar aan. Deze zaken zijn helaas aan de orde van de dag als het gaat om niet-menselijke wezens. Dieren dus. En dat allemaal legaal welteverstaan.
Want, in onze wet staat dat dierenmishandeling verboden is. Het slachten van een hond ook. Maar tal van andere dieren mogen hier wel aan onderworpen worden, namelijk wanneer zij vallen in de categorie ‘productiedieren’. In mijn beleving is het te idioot voor woorden dat we enerzijds erkennen dat dieren levende, voelende wezens zijn die recht hebben op een pijnvrij leven en anderzijds bepaalde dieren uitsluiten van dat recht, simpelweg omdat wij er als mens profijt van willen trekken. Dit lijkt mij om te beginnen al je reinste discriminatie.
In onderstaand verslag van een politiek debat kun je lezen welke invloed de overheid al dan niet heeft op de dieren in de vee-industrie. Oordeel zelf of ze een vriend of vijand vormt voor deze enorme groep kwetsbare individuen.
Tweede Kamer debat
Op 11 september jl. was ik aanwezig bij een debat in de Tweede Kamer met als thema ‘Dieren in de veehouderij.’ In januari dit jaar woonde ik ook al een soortgelijk debat bij en zowel toen als nu zijn het vooral LNV-minister Carola Schouten van CU, Jaco Geurts van CDA en Helma Lodders van VVD die hun prioriteiten elders hebben liggen dan bij de dieren.
De overige landbouwwoordvoerders van de zes andere partijen hebben terechte kritische vragen en opmerkingen in het kader van dierenwelzijn geplaatst, maar die worden vrijwel steevast door eerdergenoemden van tafel geveegd. En aangezien deze drie partijen (samen met D66 die langzaam een andere koers lijkt te gaan varen) de meerderheid in de Kamer vormen, zijn de dieren letterlijk de dupe van hun standpunten en beslissingen.
Veetransport bij hitte
Zo stelt CDA geen nationaal verbod op veetransporten boven de 35 graden te willen, zolang dit niet op Europees niveau wordt doorgevoerd. Zeker, Europese wetgeving is nog beter, maar het moet niet alles of niets zijn lijkt mij. De dieren hebben het afgelopen zomer afschuwelijk te verduren gehad (o.a. bij één slachthuis kwam een veewagen met duizenden kippen aan, waarvan 90% onderweg was overleden door de hitte). Later oppert Geurts vrij fel dat innovatie door transporteurs (zoals gesloten gekoelde veewagens) door deze wet volledig de nek wordt omgedraaid. Dit staat haaks op zijn tegenvoorstel de wet Europees door te voeren, wat de suggestie wekt dat hij dat slechts inzette om de voorgenomen nationale wet af te weren en/of uit te stellen.
Ook van VVD hoeft deze wet er niet te komen. Lodders spreekt niets dan lof over de veehouders “die ondanks de hitte toch elke dag voor hun dieren zorgden”. Alsof dat een compliment verdient vraag ik me dan af. Moeten we dan ook ouders schouderklopjes gaan geven omdat zij de hitte trotseerden om hun kinderen de broodnodige zorg te verlenen? Met dat verschil dat ouders hun kroost zonder winstbelang in een goede conditie wensen te houden.
PvdD kaart aan dat die 35 graden nog steeds veel te hoog is: vanaf 27 graden hebben de dieren al last van hittestress (varkens en vogels kunnen niet eens zweten). Daar heeft de minister echter weinig oren naar, terwijl ze later trots benoemt een EU-voorstel voor een transportverbod boven de 30 graden te steunen.
Een opvallend verschil van 5 graden dus. Waarom zij voor Nederlandse regelgeving dan blijft vasthouden aan 35 graden is giswerk. Is het omdat het verstrekkende gevolgen heeft voor veehouders en slachthuizen als de aan- en afvoer gestaakt dient te worden, met overvolle stallen en omzetverlies tot gevolg? Dit bevestigt overigens maar weer hoe onhoudbaar het hele systeem eigenlijk is: er zijn niet eens uitwijkmogelijkheden.
Mooie praatjes
Dat de huidige intensieve veehouderij niet houdbaar is werd tijdens het debat meermaals duidelijk. Zowel qua dierenwelzijn als qua duurzaamheid. Dit wordt ook benoemd door diverse partijwoordvoerders, echter lijkt minister Schouten van het kaliber pappen en nathouden. Voor de beeldvorming even een opsomming van door haar veelgebruikte bewoordingen:
- Plannen vaststellen
- Stappen zetten
- Ik ga in gesprek met de sector
- Doorpakken
- Ambities
- Mogelijkheden zien
- Het gaat niet zo hard als sommigen van jullie willen
- Vervolgstappen
- Ik ben ermee bezig
Dit klinkt allemaal erg vooruitstrevend, maar is naar mijn mening niets anders dan sussen, afleiden en afschuiven. Toekomstmuziek dus. Als ik deze minister zo aanhoor is zij een ware meester in ontwijkend antwoorden. Op de vraag of de zij nog binnen haar termijn de noodzakelijke plannen om te veestapel drastisch in te krimpen, denkt te gaan realiseren, reageert ze met: “Ik loop mijn eigen pad”.
Verder verdedigt zij, net als bij het januari-debat, het omzeilen van een wet die het afknippen van biggenstaarten al sinds 1991 verbiedt, simpelweg omdat veehouders weigeren de dieren meer ruimte en afleiding te geven, wat het staartbijten in stand houdt. En dus wordt nog altijd bij 99% van de biggetjes hun staartje onverdoofd afgeknipt. Dat zijn bijna 30 miljoen staartjes per jaar.
Minimale welzijnseisen
PvdA vraagt of we wel door moeten gaan met het bouwen van stallen die de kwalificatie van het 1-ster-niveau niet halen. De reactie van de minister is dat dit verdienmodel niet winstgevend zal zijn, omdat deze ondernemers dan moeten concurreren met de huidige stallen met minder dierenwelzijn. Oftewel, geld is leidend, niet het belang van het dier en zo wordt het probleem wederom in stand gehouden.
Hoge sterfte jonge dieren
Een regelmatig terugkerend thema is de sterfte onder jonge dieren en met name de torenhoge biggensterfte (waar ik eerder in dit verslag over geschreven heb). Dat is een branchebreed probleem. Echter benadert de minister het als een individueel probleem: dat kan altijd gebeuren bij een ziekte-uitbraak of door persoonlijke omstandigheden waardoor de boer minder goed voor zijn dieren kan zorgen, is haar verklaring.
Hierbij gaat zij volledig voorbij aan de werkelijke problemen -die haar bekend zijn- namelijk dat zeugen selectief zijn doorgefokt op enorm hoge biggenaantallen (zo’n 20 biggen per worp, tweemaal zoveel als van nature), wat ten koste gaat van het geboortegewicht en daarmee de gezondheid van de biggetjes. Een zeug heeft veelal geen 20 tepels, dus de biggen moeten letterlijk vechten voor hun leven om zich te kunnen voeden. De allerzwaksten hebben geen schijn van kans en zullen vroegtijdig overlijden.
Doodslaan
Dit overlijden gebeurt overigens niet altijd natuurlijk. Een veehouder is gerechtigd eigenhandig biggen dood te slaan wanneer zij te ziek zijn, hoorde ik tijdens dit Kamerdebat. Ja, je leest het goed. Het wordt nog gruwelijker.
In EU-voorschriften staat deze methode beschreven:
Percuterende slag op de kop
Krachtige en nauwkeurige slag op de kop met ernstig hersenletsel tot gevolg. Toegestaan bij biggen, lammeren, geitjes, konijnen, hazen, pelsdieren en pluimvee tot 5 kg levend gewicht.
Of zoals William Moorlag van PvdA zorgelijk de gebruiksaanwijzing citeert: “Vasthouden van de big bij de achterpoten, gebruik een zwaar maar gemakkelijk te hanteren voorwerp, bijvoorbeeld een knuppel of ijzeren pijp, sla boven de kop vlak achter de oren.”
Ik dacht dat ik van mijn stoel viel. Wat een middeleeuwse praktijken!
Routine
Maar we zijn nog niet klaar: “Niemand mag per dag meer dan zeventig dieren doden middels een percuterende slag op de kop” staat er verder beschreven. Anders zou het als ‘routinematig’ worden beschouwd en dat is dan weer niet toegestaan. Nee, want 70 dieren per dag per persoon is helemaal niet routinematig. Logisch.
Het antwoord van de minister op de vraag of dit niet op een dierwaardigere manier kan dan deze primitieve methode, was op z’n minst koeltjes te noemen: “We kunnen kijken of stikstofschuim een meer werkbaar alternatief is en dat gaan bespreken met de sectoren.”
Dit alles wordt onder de noemer ‘euthanasie‘ geschaard. Een term die zou moeten inhouden iemand zonder extra leed uit diens lijden verlossen. Daar is hier absoluut geen sprake van. Waarom dit doodslaan niet per direct verbieden? Waarom verstikken? Zieke honden en katten laten we toch ook inslapen zonder geweld of extra lijden?
Het komt overigens ook voor dat zwakke biggen tegen de grond worden doodgeslagen. Hoewel dit niet als toegestane methode is geregistreerd, is er maar weinig verschil met de legale percuterende slag. Allebei gruwelijke praktijken, die zo snel mogelijk gestopt zouden moeten worden.
Doodzieke kalfjes
Ook de sterfte onder jonge kalfjes is erg hoog. Kalfjes in de zuivelindustrie worden direct na de geboorte bij hun moeder weggehaald en mogen niet bij haar drinken. Na twee weken gaan ze al op transport naar verzamelplaatsen en uiteindelijk een kalvermesterij. Dit alles is erg stressvol voor de nog veel te jonge dieren. Mede hierdoor zijn ze erg vatbaar voor ziekteverwekkers met luchtweginfecties, diarree en uitdroging tot gevolg.
Maar volgens de minister ligt het kennelijk allemaal aan de individuele omstandigheden per veehouder en niet aan de gangbare vaste problematiek die inherent is aan dit letterlijk verziekte systeem.
Nog meer knelpunten
Verder kwamen de vele stalbranden nog aan bod evenals het antibioticagebruik, de vogelgriep en het stikstofoverschot. Er zijn genoeg redenen om te concluderen dat de vee-industrie ons boven het hoofd is gegroeid. Het goede nieuws is dat we een aantal politieke partijen hebben die zich dat realiseren, het slechts nieuws is dat zij niet degene zijn die het voor het zeggen hebben.
Nu of nooit
Wat dat betreft is er nog een lange weg te gaan. Tijdens het debat van januari 2019 werden er van alle 18 ingediende moties inzake dierenwelzijnsverbetering slechts 4 aangenomen. Een reeds 4 jaar geleden aangenomen wetsontwerp om nu eindelijk eens van de zeer pijnlijke CO2-vergassing af te raken, heeft nergens toe geleid: nog elke dag leveren 50.000 varkens een verschrikkelijke verstikkingsstrijd in de Nederlandse slachthuizen. En zo zijn er nog tal van voorbeelden.
Een dag na dit debat verscheen er overigens een nieuw verontrustend bericht in de media: “NVWA faalt bij toezicht op slachthuizen, optreden dierenartsen verschilt sterk.” En weer zijn het de dieren die aan het kortste einde trekken. Kortom, we kunnen blijven debatteren tot we een ons wegen, maar linksom of rechtsom blijkt dit keer op keer een industrie die niet te handhaven is. Het stemt mij zorgelijk.
Lichtpuntjes
Gelukkig zien we ook steeds meer positieve berichten. Consumenten die wakker worden en (vaker) kiezen voor plantaardig. Bedrijven die inzien dat de toekomst plantaardig is en allerlei nieuwe vega(n) producten op de markt brengen, zoals Kips en Stegeman. En zelfs internationale slachterij van eigen bodem Vion gaat voor plantaardige eiwitten!
De vegan-revolutie is in volle gang en met elkaar kunnen we de wereld (plant)aardiger maken. Niet alleen fijn voor de dieren, maar ook voor de planeet. Want zij staat op dit moment letterlijk in brand en als we massaal zouden overschakelen kunnen we haar en dus onszelf redden.
Zeg maar, go vegan or go extinct 😉
Je kunt het gehele debat online terugkijken.
Kopfoto: Husky
Tamara Tervooren
Ondernemer | Op caravanavontuur
Digital nomad, webdesigner en vrijwilliger in vegan activisme. Haar missie is om meer bewustwording in de maatschappij te creëren over waar ons dagelijks voedsel vandaan komt en om mensen te inspireren hoe (h)eerlijk plantaardig eten is. Voor JOIN schrijft zij over haar belevenissen tijdens voorlichtingsacties en geeft ze handvatten om over te stappen naar een plantaardig leven.
19 artikelen | 23 reacties