Tijdens voorlichtingsacties krijgen ik en mijn mede-activisten niet zelden te horen dat we ons beter druk kunnen maken over mensen in plaats van over dieren. “Want er is zoveel mensenleed in de wereld.” Dat is helemaal waar. En daarom is het des te belangrijker dat nog meer mensen geïnformeerd raken over de voordelen van een plantaardige levensstijl.

Want wat men – volstrekt begrijpelijk – niet beseft is dat de dierindustrie onlosmakelijk verbonden is met mensenleed. Dus mijn pogingen om consumenten tot die plantaardige levensstijl te verleiden hebben niet alleen tot doel dieren een lijdensweg te besparen, maar ook talloze menselijke slachtoffers. Iets waar ik me overigens voor mijn veganisme ook niet bewust van was, maar waar ik gaandeweg bekend mee ben geraakt. Daarom in dit artikel een greep uit het verborgen mensenleed in de dierindustrie.

1. Ondervoede mensen

Is het niet opmerkelijk dat we jaarlijks 70 miljard veedieren kunnen voeden en dat er tegelijkertijd 820 miljoen mensen in hongersnood verkeren?

Elk jaar sterven er zo’n 8 miljoen mensen aan honger. Niet omdat we niet voldoende voedsel kunnen verbouwen, maar omdat we dit oneerlijk verdelen. Op dit moment is er voldoende plantaardig voedsel op de planeet om ca. 10 miljard mensen te voeden (terwijl we ‘maar’ met 7,7 miljard mensen zijn), maar we kiezen ervoor een groot deel van die gewassen aan dieren te voeren, zodat we hun vlees, melk en eieren kunnen consumeren. Zo’n 90% van de wereldwijde sojateelt en 35% van de graanproductie zijn bestemd als veevoer.

De dieren zetten deze gewassen echter heel inefficiënt om: gemiddeld levert 6 kilo graan slechts 1 kilo vlees op. Hierdoor blijft er uiteindelijk te weinig over om alle mensen op aarde te voeden. Ironisch genoeg woont 82% van de ondervoede kinderen in de landen waar wij grotendeels ons veevoer vandaan halen. Heel triest.

2. Wie houdt ervan om dieren dood te maken?

Dat het slachthuis geen feestje is voor de dieren in kwestie lijkt me evident. Maar die dieren worden niet liefdevol in slaap gezongen of zachtjes doodgeknuffeld. Die moeten worden omgebracht. En daarna in stukken gesneden. Je hoeft geen geleerde te zijn om te weten dat ook dat geen pretje is.

Volgens deze slachthuisdirecteur “willen Nederlanders liever niet werken in een slachterij waar het koud en nat is”. Ook een teamleider van de NVWA vertelde mij eens dat Nederlandse dierenartsen niet warm lopen voor een baan in het slachthuis. Dus waar komen al die medewerkers dan vandaan?

In de vleessector werken hoofdzakelijk Oost-Europese arbeidsmigranten (ca. 80%), steeds vaker afkomstig uit Roemenië, het op-één-na armste land van de EU. Deze migranten zijn door Nederlandse en Duitse uitzendbureaus tewerkgesteld en gezamenlijk gehuisvest in vakantiehuisjes, leegstaande panden of grootschalige wooncomplexen, waar het vaak aan inrichting, hygiëne en privacy veel te wensen over laat.

Fysieke en psychische belasting

Het lopendebandwerk is fysiek uitputtend. Door de torenhoge productiesnelheid komen er honderden dieren per uur langs, wat een groot aantal repetitieve bewegingen met zich meebrengt. Ook grote temperatuursverschillen maken het werk onaangenaam en zwaar. Om nog maar te zwijgen van bloed en ingewanden en angstige, gillende en tegenstribbelende dieren.

“Ze staan van ’s ochtend vroeg tot ’s avonds laat aan de band. En ze durven er niks van te zeggen.” en “Het is moderne slavernij”, zeggen twee Nederlandse collega’s die een andere rol in een slachthuis vervullen. Door de dubbele afhankelijkheid van het uitzendbureau (werk en huisvesting) zijn de migranten volgens FNV vaker bang om zich ziek te melden, o.a. uit angst om terug naar hun land gestuurd worden.

Tot slot is er nog het psychologische effect: werken in een slachthuis is in verband gebracht met verschillende aandoeningen, waaronder PTSS en de minder bekende PITS (perpetration-induced traumatic stress). Ook is er een relatie met depressie, alcohol- en drugsverslaving en zelfmoord.

In gesprek

Tijdens acties bij slachthuizen zijn we ook wel eens in gesprek geraakt met personeelsleden, die net tijdens de ploegenwissel voorbij kwamen rijden. Sommigen gaven aan vegetariër te zijn geworden sinds zij daar werkten. Op de vraag hoe ze er dan nog steeds konden werken kwam als antwoord dat dat vooral was om hun achtergebleven familie financieel te ondersteunen.

Dit artikel in het BD vertelt het persoonlijke verhaal van Roemeen Alexandru, die een boekje opendoet over zijn ervaringen als werknemer bij varkensslachterij Vion.

Actueel: corona

De coronacrisis heeft daarnaast pijnlijk blootgelegd dat de omstandigheden waaronder mensen in de vleesindustrie werken en leven extra funest zijn. Het dicht op elkaar wonen, werken en reizen eisen hun tol onder deze groep inwoners. In de Groenlose vestiging van slachtgigant Vion bleek bijna een kwart van het personeel besmet te zijn met het coronavirus. De slachterij werd per direct gesloten.

Bij een slachterij in Helmond testte één op de zes medewerkers positief op corona, waarna dit bedrijf voor korte duur gesloten werd. De Boxtelse vestiging van Vion – waar ze 20.000 varkens per dag(!) slachten – mag echter onder voorwaarden gewoon geopend blijven, ondanks dat daar eenzelfde percentage medewerkers besmet bleek. Dit tegen de adviezen van deskundigen in die het “merkwaardig en onverstandig” achten. Er wordt overigens niet bij alle 200+ slachthuizen getest, laat de GGD weten.

Onvoldoende bescherming

Verder zijn er te weinig beschermingsmiddelen zoals mondkapjes en is de naleving van maatregelen ontoereikend. Chauffeurs die de medewerkers per busje vervoeren laten kort voor het slachthuis enkele passagiers uitstappen om aan de poort te doen lijken alsof het maximum aantal is gehanteerd. Ook is het volgens FNV onmogelijk om tijdens het inklokken, verkleden, handen wassen en pauzeren 1,5 meter afstand te houden. Als je dan de taal niet spreekt en je afhankelijkheid zo’n grote rol speelt, maakt je dat extra kwetsbaar.

3. Slavernij in de visserij

Ik val maar gelijk met de deur in huis: de Thaise visindustrie is voor de mensen die daarin werken een regelrechte hel. Mensenleed als uitbuiting, gedwongen arbeid en mensenhandel komen veelvuldig voor volgens dit rapport van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.

Door overbevissing moet er steeds verder op zee gevist worden, de wateren rondom het bewoonde land zijn gewoonweg (te) leeg. Lokale bewoners zien het niet zitten om maanden van huis te gaan. Dus ook hier rijst de vraag, waar komen die medewerkers vandaan?

Migranten uit buurlanden als Cambodja en Myanmar, op zoek naar een beter bestaan, komen onder valse voorwendselen en/of via mensenhandel terecht in de visserij, waar zij nauwelijks of zelfs niet betaald krijgen. Maanden, soms jarenlang leven zij in gevangenschap op zee. Dwangarbeid, werkdagen van twintig uur, fysieke mishandeling, gedwongen gebruik van drugs voor een hogere productiviteit en een gebrek aan zorg bij ziekte en verwondingen zijn hier niet ongewoon. Een vluchtpoging met de dood bekopen is dan ook geen uitzondering.

Van mensenleed naar bevrijding

Omstandigheden die wij ons niet kunnen voorstellen en waarvan ik in elk geval dacht dat die allang tot het verleden behoorden. Deze vissersvloten zijn leverancier aan Europese merken zoals John West.

Maar er is ook goed nieuws: in de documentaire Ghost Fleet wordt activiste Patima Tungpuchayakul (in 2017 genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede) gevolgd op haar missie om deze gedwongen arbeiders te bevrijden en met hun families te herenigen. En met succes, de teller staat inmiddels op 4000!

Bekijk hier de trailer van Ghost Fleet.

Nog meer verborgen mensenleed

  • Ziekte-uitbraken in de vee-industrie vergen ook mensenlevens. Zo raakten er 826 mensen ziek door de vogelgriep, waarvan ruim de helft overleed. Volgens het RIVM zijn in Nederland 95 mensen aan Q-koorts overleden en er werden naar schatting 50.000 mensen al dan niet chronisch ziek. Ook de huidige zoönose COVID-19 door het coronavirus vindt zijn oorsprong in hoe de mens met dieren omgaat alsof ze producten zijn.
  • Maar liefst 70% van het wereldwijde antibioticagebruik is toe te schrijven aan de vee-industrie. Hoe royaler het gebruik, des te sneller bacteriën resistent worden. Jaarlijks overlijden er 700.000 mensen aan infecties met antibioticaresistente bacteriën. Als we zo doorgaan sterven we straks aan een simpele blaasontsteking. Voorspellingen zijn dat het aantal doden in 2050 tot wel 10 miljoen zou kunnen oplopen.
  • 91% van de ontbossing van de Amazone komt voor rekening van de wereldwijde vee-industrie. Natuurvolkeren daar raken ontheemd om veevoerplantages of grasweides voor runderen aan te leggen.
  • In India en Bangladesh raken arbeiders in de leerindustrie besmet met chemicaliën. Daardoor wordt 90% van hen niet ouder dan 50 jaar.
  • Garnalenpellers in Indonesië werken voor een minimumloon, mits ze hun target halen, d.w.z. 600 garnalen per uur oftewel 1 per 6 seconden. En dat onder erbarmelijke omstandigheden. Het gevolg: kapotte handen, luchtwegproblemen, overuren maken en pauzes/vakantiedagen overslaan. Alles om hun gezinnen te kunnen onderhouden. Deze bedrijven leveren aan Nederlandse supermarkten.
  • En tot slot: je eigen gezondheid en die van je eventuele kinderen.
    Het is wetenschappelijk aangetoond dat de consumptie van dierlijke producten een verhoogde kans geeft op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en bepaalde kankervormen. Én dat een evenwichtig plantaardig voedingspatroon juist gezondheidsvoordelen oplevert.
zoönose
Foto: Caniceus

Oké, dan word ik vegetariër

Voor wie dit mensenleed het laatste zetje is om te stoppen met vlees eten, hier nog een aantal must-knows:

  • Koeien in de zuivelindustrie worden na gemiddeld 4 zwangerschapsrondes naar het slachthuis gebracht, omdat ze dan niet meer genoeg melk en dus geld opleveren (leeftijd: ca. 5 jaar). Drie van de vier kalfjes die daaruit geboren zijn, worden eveneens geslacht: stiertjes zijn immers nutteloos en er is slechts één koetje nodig om haar moeder op te volgen. 100% van de dieren in deze industrie belandt dus in het slachthuis: in Nederland jaarlijks zo’n 2 miljoen koeien en kalfjes (ter illustratie: het aantal geslachte vleesrunderen is ‘slechts’ 50.000). Oftewel de zuivelindustrie ís de vleesindustrie.
  • Kippen in de eier-industrie belanden op een leeftijd van ca. anderhalf jaar in het slachthuis: zij leggen dan niet meer genoeg eieren om winstgevend te zijn. Hun moeders en vaders wordt bij teruglopende vruchtbaarheid eveneens een enkeltje slachthuis gegeven. Daarmee houden ook eieren en eierproducten rechtstreeks verband met slachthuizen (jaarlijks 17 miljoen kippen uit Nederlandse houderijen).
  • Kweekvissoorten van het type roofvis (zoals zalm en tonijn) worden gevoerd met wilde vis en zijn dus direct gelinkt aan de commerciële visserij.

Conclusie

Zoals je ziet kan het één zelden zonder het ander: dierenleed is vaak ook mensenleed, zelfs als het niet voordehandliggend is. Dat westerse voedingsgewoonten van invloed zijn op het voedselaanbod van mensen ver weg is niet iets waar je in de supermarkt bij stilstaat. En bij een onschuldig ogend glas melk denken veel mensen niet eens aan dierenleed, laat staan mensenleed.

Met een plantaardige levensstijl zul je niet langer bijdragen aan bovenstaande systemen waarin zowel dieren- als mensenrechten worden geschonden. Wel zo’n fijne gedachte. Willen we een betere en gezondere wereld nalaten aan onze kinderen en kleinkinderen, laten we dan waar mogelijk onnodig leed schrappen en kiezen voor plantaardige alternatieven. Want die zijn er. Volop!

De alternatieven op een rij

Zoek je een ander product? Check dan dit complete overzicht.

* Linkt naar een webshop voor een overzicht, maar een aantal merken is ook gewoon bij AH/Jumbo te koop, zoals Violife en Wilmersburger.

Zuivel alternatieven op basis van soja. kokos, haver en erwten

Kopfoto: Gerd Altmann

Tamara Tervooren

Ondernemer | Op caravanavontuur

Digital nomad, webdesigner en vrijwilliger in vegan activisme. Haar missie is om meer bewustwording in de maatschappij te creëren over waar ons dagelijks voedsel vandaan komt en om mensen te inspireren hoe (h)eerlijk plantaardig eten is. Voor JOIN schrijft zij over haar belevenissen tijdens voorlichtingsacties en geeft ze handvatten om over te stappen naar een plantaardig leven.

19 artikelen | 22 reacties

Sharing is caring

2 reacties op “Dierindustrie is… mensenleed?

  1. Goed artikel, dank je om dit onder de aandacht te brengen, het lot van oa de hedendaagse vissersslaven is zo onbekend. Toch mis ik veel, een kleine selectie:

    *Ook het mensenleed bij het bespuiten met insecticides van katoenvelden en voedingsgewassen kun je nog behandelen. *Over het dierenleed door die insecticides valt trouwens ook veel te zeggen.
    *de uitbuiting bij koffieproductie en al helemaal bij chocolade (ja; tony chocolonely probeert, maar slaagt er niet in, slavenvrije chocolade te maken)mag ook duidelijker naar voor komen.
    *het mensenleed wat matrozen aangedaan wordt om allerhande producten over zee te transporteren is niet beter dan dat van de “slavenvissers”
    *de uitbuiting in oa de kledij- en electronica- industrie (zowel maken als de urban mining). Hoeveel leed om 1 iphone te bezitten…

    Wel jammer dat je hongersdood door gebrek aan betrouwbare stroom (voor koeling van voeding) of graansilo’s of wegen, niet in rekening brengt. Of het leed veroorzaakt door watergulzige australische kapitaalkrachtige advokadokwekers, waardoor de prijs en hoeveelheid oppervlaktewater voor andere boeren ontoereikend is.

    1. Hoi Greet, dank voor je reactie en het compliment! Inderdaad is het goed om ook het mensenleed in de dierindustrie te belichten, omdat veel mensen daar niet van op de hoogte zijn. De punten die jij aanhaalt zijn eveneens zeer belangrijk. Omdat ze niet direct in relatie staan tot de industrie van vlees, zuivel, eieren, vis en andere dierlijke ‘producten’ heb ik ze niet in dit artikel vermeld. Goed dat jij er melding van maakt, zodat anderen het ook kunnen lezen. Er is nog heel wat mensenleed te overwinnen!

Reacties zijn gesloten.

Terug naar boven